Lieve Shmets,
Om het in de woorden van Stevie Wonder te zeggen: long time no see. We zijn op de redactie heel druk bezig met kinderprostitutie en daardoor zijn de shmetblogs minder prioritair geworden. Voor klachten daaromtrent kan je terecht bij onze klantendienst: gewoon je bezwaren opschrijven en in een gele briefkaart opsturen naar uw eigen dikke ma. Merci hè. Feedback is life. Tussen de kinderpiemeltjes en peutertraantjes door achten we het nu toch belangrijk genoeg om jullie, de Gentse studenten, nog eens voor te lichten. De examens zitten erop en na de lesvrije week (lees: ‘alles naar de klote’-zevendaagse, ja toch lekker stoer bam jonge) is het logisch dat jullie wat nonchalanter en losjes worden, en dat is gevaarlijk. Want hoe je het ook keert: we leven in een gevaarlijke wereld. Er zijn niet alleen pedofielen, feministes en Filip Watteeuw, maar ook typische studentengevaren; neem je shmetcodex nu en dan eens bij de hand en fris je geheugen op over Economiesletjes, Aandachtsgeile Wijven en Blandinohippies, want een ingelichte shmet is er twee waard. Vandaag richten we onze aandacht op een eikel met bruine schoenen en een kluutkarakter: de blasé rechtenboy. VOOR ZIJN RECHTENSTUDIES De rechtenstudent zat in je blanke klas op je blanke middenklasseschool en was eigenlijk zoals iedereen: een pokdalige, uit-z’n-bek-ruftende, baardloze en egocentrische puber, ijdel in een tijd waarin je dat gewoonweg niet kan zijn, want de strijd met het lichaam op je zestiende is sowieso vergeefs. Iedereen stinkt, iedereen is lelijk, soms is een meisje best knap, maar wordt ze ineens heel dik. Met z’n allen gelijk in de acné, zweethanden en blokjes. Is het niet romantisch? Wel, eigenlijk niet. Daarenboven is niet iedereen gelijk, vooral de rechtenstudent in spe niet. Om tien na vier wordt het verschil tussen hem en het plebs namelijk duidelijk; waar de modale puber elke namiddag zijn fiets op moest klauteren na wat naschools en awkward geflirt met zijn/haar crush, werd de boy in een matte Audi opgehaald door zijn naar chihuahua zwemende botoxmama, ‘Hilde’ of ‘Aniek’ of zo. Dat dat een aanwijzing kon zijn dat hij op weg was naar een zorgeloos leven omdat de socio-economische positie van de wieg nu eenmaal allesbepalend is in deze vrije maatschappij, daar stonden de jongens van de klas niet bij stil: maatschappijkritisch zijn leerden ze niet in het middelbaar, en ze hadden het ook te druk met het geilen op de opgespoten billen van de rechtenmama. Dat Hilde rijk was, dat wisten ze natuurlijk, maar wat doet dat ertoe? Veel belangrijker is het om neukbewegingen te maken wanneer die milf zich omdraait. Prioriteiten. Wat zeg ik? Priori-tieten! (high five) In de klas was de boy de matigheid zelve, met zwakke punten voor Frans en Geschiedenis, zacht xenofobe meningen tijdens Godsdienst en doktersbriefjes bij L.O. Hij was een beetje een dutske, een semi-rijke puber in een zinloos bestaan. Behalve op vrijdagavond. Want op vrijdagavond was er het Bal van een andere middenklasseschool. Dan trok hij de bruine, blinkende schoenen van zijn vader aan, zijn blauwe maatpak, zijn leren riem. Op het pré’tje bij zijn rijke, dronken liefje van nog een andere middenklasseschool wordt gin (Copperhead, we zijn deftige mensen, nietwaar?) geschonken, wodka redbull ook, of zelfs whisky met wat plakkerige frisdrank, een beetje zoals een gay James Bond het zou drinken. Net voor het vertrek naar de fancy fuif (lees: dezelfde muziek als overal, maar de pintjes zijn duurder, de vechtpartijen zijn blanker en er zijn trapjes, bitch!) neemt de trotse schoonpapa een foto van de olijke bende, terwijl één meisje op de achtergrond ligt te kotsen in een Chinese vaas. En dan, hop, allemaal de taxi in. Flesjes zetten en meisjes bepotelen, meezingen met Taio Cruz, EDM en Pitbull, maar vooral met “Welcome to Saint-Tropez”, de heilige psalm voor geprivilegieerde, onschuldige en welgestelde jongeren. De uren erna zijn oorverdovend en intens, maar vaag. Ineens is het vijf uur ’s nachts en is het aangenaam koud buiten, terwijl de eerste advocaten in hun BMW's richting Brussel zoeven voor de rechtszaken van zaterdagochtend. Aan de club braakt een handvol meisjes huilend en rillend hun cava op de stoep en staat een roedel mannetjes met bezwete en witte hemden, met de dassen wat losgeknoopt en met een sigaretje tussen de vingers, wat na te praten over wie ze een kopstoot hebben gegeven en hoe chill het wel niet is dat er geen tsjoeven zijn op Bals. "Oh Lauranne, heeft hij u weer bedrogen?”, klinkt tussen het gesnik door op de achtergrond. De auto’s rijden allemaal naar Brussel, behalve de taxi’s, die rijden richting voorstad. Kotsen op de achterbank is bijbetalen, zegt de Paki aan het stuur. Na jaren van leven in de blanke bubbel breekt het sleutelmoment voor je klasgenoot aan, want hij moet beslissen over zijn toekomst. Welke richting zou hij kiezen? Economie of Rechten? Meer keuze is er eigenlijk niet, dat hoeft niet eens luidop worden gezegd. In de familie is er al Ivo, die vreemde neef van je klasgenoot die Geschiedenis studeert, vegetarisch is en voor Groen stemt. Bah, neen, nog zo’n smet zou de familienaam helemaal bevuilen. Iemand moet de economie draaiende houden, en dat is jouw klasgenoot. Uiteindelijk valt de keuze toch op Rechten, want voor Economie moet je ietwat wiskundig begaafd zijn, en dat is onze boy jammer genoeg niet. Op een verloren dinsdagnamiddag zat hij namelijk naar de jonge borsten te gluren van zijn buurmeisje en heeft hij cruciale wiskundige concepten gemist. De economische droom werd zo doorprikt door een barbaarse obsessie voor een stel memmen. Volgens neef Ivo is dat te wijten aan onze spektakelmaatschappij die ons doet geloven dat seks en vrouwen for sale zijn, waardoor we staren naar hun loezen als koopwaar, verleidelijk uitgestald als in een (t)etalage. Ik denk eigenlijk dat alle mannen vieze smeerlapjes zijn. In zekere zin zijn we, in het diepste van ons man-zijn, allemaal een beetje vuile vluchteling. DE RECHTENSTUDENT Soit. De tettenman koos dus voor Rechten en bij aankomst in Gent nestelde hij zich onmiddellijk in een kliekje met andere snobistische boys. Je herkent hem en zijn peers uit de duizend. Ze dragen horloges van een kilo of drie en puntige, semi-fancy schoenen à la Timmy Simons, proper opgeblonken en keurig dichtgeveterd. Daarboven, en perfect aansluitend, een deftige broek. In de stijl van papa, want als bankier weet hij dat “kledij een belangrijke rol heeft in hoe de mensen u bekijken” (Rijke Papa: 2016). Papa hamerde ook op een net hemd, all day everyday, met subtiel in de bovenhoek een ruitertje of een hilfigertje, bijna niet op te merken, maar wel een teken van beschaving en verfijndheid, een symbool voor het harde werk (zoals erven) dat geleverd moet worden om net dát tekentje te kunnen dragen. Het spreekt voor zich dat t-shirts niet voor deftige mensen zijn, maar wel voor hippies als neef Ivo of die rimboeneger, Obama. De boy heeft ook een liefje dat Rechten studeert of een Economiesletje is. Soms kan je ze samen zien in de Rozier, waar ze romantisch bij elkaar zitten om stilzwijgend te tokkelen op hun iPhone. Als ze dan toch praten, gaat het alvast niét over hoe interessant ze hun lesmateriaal vinden, want ze haten hun droge studies. Maar waarom studeren ze het dan? Wel, omdat dat past in hun vooraf gekozen levensproject, waarin alles draait om ‘later’. Later gaan ze centjes verdienen, Later gaan ze wonen in een schoon huizeke in een veilige buurt, Later zullen ze de vruchten plukken van vijf oersaaie en frustrerende academiejaren. Daarover gaan hun gesprekken dus: banale, conformistische en neo-Vlaamse shit. Het gaat over de “ziek nice meubels” van de oudere zus van het meisje, over een “sjieke jas in de solden”. Over koopwaar dus, en soms ook over “een goed restaurantje”. Zalig leven, toch. Op woensdagavond zet de boy zijn baltraditie verder in de gereputeerde hoeken van overpoot-pourri: Klub 13, ‘lohies wa!’, of zelfs een beetje Père Total, ‘pertoooo kendet’; deze plaatsen zijn homogene bubbeltjes, bewaakt door professionele lullen die ‘buitensmijters’ genoemd worden. Ze laten de rechtenboy binnen. Ivo wilde ook eens binnen, want hij wilde daar een punt gaan maken tegen iets van het neo-liberalisme of zo, maar dat mocht niet door zijn dreadlocks. Misnoegd is hij naar de Lime gegaan dan, bij wat bruine vrienden, ook om een punt te maken. Als ik me niet vergis is hij daar in elkaar gemept. Maar dat lag aan een dispuut, niet aan cultuur, zegt hij. In de Klub 13 heeft de rechtenboy er alleszins geen last van: het is bottle night en als er deze keer niemand aan zijn liefje komt, hoeft hij vannacht zelfs geen lappen te geven! GEVAAR Maar waarom the fock moet je nu bang zijn voor deze gast? Waarom zou hij gevaarlijk zijn? Wel, het voornaamste probleem is dat je besmet kan geraken door zijn conformistische levensvisie, hem met de paplepel ingegeven: we hoeven niet authentiek ambitieus te zijn, gewoon denken aan later, sparen, zorgen dat we geld kunnen verdienen, af en toe eens feesten en kotsen, maar vooral de dag erna weer in keurig hemd klaar zijn om te networken. Neen, Shmet, fak die shit. Stel eens wat taken uit, denk niet aan later, kies een richting die leuk lijkt en draag vieze, smerige t-shirts om die advocaten in hun BMW’s te choqueren. Zorg dat je niet in een relatie belandt waar je voornamelijk uitkijkt naar financiële stabiliteit, maar wel naar een losbandig leven vol Russische drugs, kakseks en SOA’s. Lééf, verdomme, en laat je niet verdoven door ‘binnen vijf jaar’. Voor je het weet verga je in een rustige voorstad, in een fancy huis vol “ziek nice meubels” en met een vrouw die al bellend met het kantoor de kinderen van school gaat halen, terwijl jij met telkens hetzelfde hemd en dezelfde broek stinkend rijk zit te worden zonder ooit in een marcelletje een Cara te hebben leeggezopen op de stoeprand voor de Overpoort Bowl. En als je dat niet gedaan hebt, lieve Shmet, dan heb je niet geleefd. Goed? De toekomst is voor later. Shmet
0 Comments
Leave a Reply. |
SONG OF THE MOMENT'Dans de Sirtaki' - De Romeo's |